U bent hier
“Het is opvallend dat sommige gemeenten zelfs geen GAS-boetebeleid voeren rond zwerfvuil”
Dweilen met de kraan open: 5,5 kilo zwerfvuil per Limburger (Het Belang van Limburg*, Wo. 01 Feb. 2023, Pagina 2)
Zwerfvuil blijft een probleem. Ook in Vlaanderens groenste provincie Limburg. Uit cijfers die het Vlaams Parlementslid Karolien Grosemans (N-VA) opvroeg, blijkt dat de Limburgse gemeenten te kampen hebben met gemiddeld 5,5 kilo zwerfvuil per inwoner. Dat is meer dan het Vlaams gemiddelde.
Volgens cijfers van minister Zuhal Demir (N-VA) borstelden de Limburgse gemeenten samen bijna 4.900 ton zwerfvuil bij elkaar. Het gaat om het verzameld afval uit openbare vuilnisbakjes, manueel bij elkaar geborsteld vuil en het afval van het opruimen van sluikstorten. In haar berekening liet Grosemans het machinaal verzamelde huisvuil buiten beschouwing.
In 2022 publiceerde Ovam een rondvraag bij de gemeenten. 171 gemeenten gaven toen samen 27.477 ton zwerfvuil en correct gedeponeerd vuilnis in openbare vuilnisbakken door. Dat laatste is technisch gezien geen zwerfvuil, maar in de praktijk blijken die openbare vuilnisbakken wel vaak gebruikt te worden als dumpplekken. Ovam kwam zo op 2,55 kilo puur zwerfvuil per Vlaming en 1,58 kilo zwerfvuil per inwoner in openbare vuilnisbakken. In totaal gaat het dus om 4,13 kilo huisvuil per Vlaming. Uit de cijfers blijkt dat Limburg dat gemiddelde overschrijdt: 34 van de 42 gemeenten gaven cijfers door en noteerden samen een gemiddelde van 5,5 kilo zwerfvuil.
Genk is zowel koploper in het tonnage verzameld zwerfvuil -het gaat om bijna 1.053 ton- als in zwerfvuil per kop; 15,7 kilo per Genkenaar. Ook in Tongeren is er een probleem met zwerfvuil met 13,4 kilo per Tongenaar. De Limburgse gemeente met het minste zwerfvuil is Maasmechelen met 0,8 kilo per inwoner. “Het is opvallend dat heel wat Limburgse gemeenten niet eens registreren hoeveel zwerfvuil er wordt verzameld”, zegt Grosemans. “Van maar liefst acht Limburgse gemeenten zijn er geen cijfers beschikbaar hoewel dat toch de eerste stap is om het probleem in kaart te brengen.”
GAS-boetes
Uit cijfers van 2021 blijkt dat Genk het strengst is met GAS-boetes voor huisvuil. Er werden volgens de stad in 2021 440 GAS-boetes uitgeschreven voor slingerafval. “We kwamen van nog geen 100 GAS-boetes voor afval, maar sinds we meer inzetten op camera's en extra handhaving is dat cijfer sterk gestegen”, zegt burgemeester Wim Dries (cd&v). De tweede strengste Limburgse gemeente is Beringen met 213 boetes voor afval.
“Het is opvallend dat sommige gemeenten zelfs geen GAS-boetebeleid voeren rond zwerfvuil”, zegt Karolien Grosemans. “Nochtans is het de grootste ergernis van heel veel burgers. Als ik het gemeentelijk afval koppel aan de GAS-boetes dan kom ik aan 1 GAS-boete per 5,5 ton Limburgs zwerfvuil. Limburg heeft de minste GAS-boetes van heel Vlaanderen. Er doen heel wat vrijwilligers enthousiast mee aan allerlei zwerfvuilacties, maar die verliezen hun enthousiasme als ze zien dat er te weinig handhaving is.”
De Tongerse schepen van Leefmilieu Patrick Jans (Tongeren Nu) erkent het probleem. “Het lijkt soms dweilen met de kraan open. Het gaat om een minderheid van de bevolking, maar het zijn wel hardnekkige overtreders die een gigantisch probleem veroorzaken. We hebben ondertussen al extra GAS-ambtenaren ingezet en we hebben ons openbare vuilinisbakkenbeleid volledig herzien want erbij plaatsen verergert vaak het probleem. We hebben ook camera's bijgekocht om probleemplekken in de gaten te houden. Niets lijkt te helpen; zelfs een GAS-boete blijkt geen voldoende afschrikmiddel voor de ergste gevallen. Er zijn mensen die we keer op keer betrappen. Ze krijgen een GAS-boete en de volgende dag staan ze opnieuw op camera. Er zijn twee ploegen fulltime bezig met het opruimen van de gemeentewegen. Persoonlijk ben ik een voorstander van het statiegeldsysteem, want heel vaak gaat het om drankkartons en plastic flessen.”
Ovam heeft 30 zwerfvuilhandhavers in dienst genomen om de gemeenten een handje te helpen. “Ze kunnen tijdelijk ingeschakeld worden door de gemeenten om vaststellingen te doen”, zegt Jan Verheyen. “Daarnaast ondersteunen we gemeenten met de organisatie van jaarlijkse opruimacties, coachingtrajecten en communicatiecampagnes. We zien dat de aandacht voor de problematiek bij de gemeenten wel toeneemt.”
Mark van Luyk ■