U bent hier
Minister Vandeput zet in op meer vrouwen bij Defensie

Begin dit jaar werkten er 2.291 vrouwelijke militairen bij Defensie. Op een totaal van 29.681 militairen is dat amper 7,7 procent, betreurt Kamerlid Karolien Grosemans. “Op deze Internationale Vrouwendag moet ik vaststellen dat het met de vertegenwoordiging van vrouwen in ons leger nog steeds niet goed gesteld is. Vrouwen hebben de laatste veertig jaar een lange weg afgelegd, maar sinds 2010 halen ze binnen Defensie zelfs geen aandeel van 8 procent meer. Het kan niet de bedoeling zijn dat de vrouwelijke militairen in de 21ste eeuw rond dit percentage blijven hangen”, besluit zij.
Andere Europese landen tonen nochtans dat er ruimte is voor groei: de Nederlandse collega’s scoren 8,8 procent en Frankrijk haalt zelfs 15 procent. “Dat het leger een aparte en veeleisende omgeving is, neemt niet weg dat een groot vrouwelijk potentieel momenteel onbenut blijft”, aldus Grosemans. “Weinig vrouwen hebben de lichaamsbouw of fysieke kracht om para te worden, maar velen zijn perfect in staat om een job als militaire arts, piloot of ingenieur uit te oefenen. Defensie mag dus niet op haar lauweren rusten, maar moet blijven inzetten op gendermaatregelen die een zo groot mogelijk rekruteringspubliek aanspreken. Ik ben blij dat minister Vandeput aangeeft dat hij dat ook gaat doen.”
Niet één vrouwelijke generaal
Bij de officieren is er wel sprake van een gestage stijging, van 8,9 procent in 2010 tot 11,8 procent in 2016. “Ik juich dat cijfer toe, maar het zegt niet alles. Zo telt ons leger momenteel twintig mannelijke maar geen enkele vrouwelijke generaal”, verklaart Grosemans. “Naar mijn mening boet Defensie daarmee aan geloofwaardigheid in. Ik heb intussen voldoende capabele vrouwelijke militairen leren kennen. Er moet duidelijk iets veranderen aan de top.”