Premier Michel licht de standpunten van de federale regering toe naar aanleiding van de NAVO-top Warschau op 8 en 9 juli.

Door Karolien Grosemans op 5 juli 2016, over deze onderwerpen: Defensie

NAVO-top (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
Warschau, 8 en 9 juli 2016

INLEIDING

De NAVO-topontmoeting in Warsaw zal belangrijke beslissingen nemen om de veiligheid van het grondgebied en van de bevolking van het Bondgenootschap te garanderen in de huidige, verslechterde, veiligheidscontext:

Er zullen twee overkoepelende thema’s worden besproken:

- het opvoeren van de afschrikking en het versterken van de middelen voor collectieve verdediging, met bijzondere aandacht voor de Baltische Staten en Polen;

- het projecteren van stabiliteit naar instabielere regio’s en landen door een intensievere samenwerking in het veiligheidsdomein.  Deze projectie is belangrijk o.a. in de strijd tegen terrorisme.

Naast deze twee overkoepelende thema’s zullen ook andere thema’s worden besproken. Ik denk hierbij aan de aanpassing van de Alliantie, de toestand in Oekraïne, de samenwerking met Georgië, alsook de missie “Resolute Support” in Afghanistan. 

De rode draad doorheen de meeste besprekingen zullen evenwel de Russische militaire opbouw en de assertieve houding van het onvoorspelbare Poetin-regime zijn.

Het doel van deze top is om met de NAVO-landen te bepalen op welke manier de NAVO zich tijdens de komende jaren moet profileren ten opzichte van een zeer veranderende veiligheidsomgeving met nieuwe dreigingen.

 

A.    De veiligheidscontext

Het Bondgenootschap wordt geconfronteerd met belangrijke veiligheidsuitdagingen.  In Europa voert een assertief Rusland een substantiële militaire opbouw.  Moskou heeft zijn militaire macht ook daadwerkelijk ingezet tegen zijn buren (Georgië, Oekraïne) en daarmee de Europese veiligheidsarchitectuur in gevaar gebracht.

De Minsk-akkoorden tussen Frankrijk, Duitsland, Rusland en Oekraïne blijven de enige geschikte politieke piste om het conflict in het Donetsbekken tussen de Oekraïense separatisten die worden ondersteund en geleid door Moskou en de centrale overheid in Kiev op te lossen.

Er werd vooruitgang geboekt in de onderhandelingen, maar ze zijn nog niet toereikend volgens Berlijn en Parijs. Bijgevolg heeft de EU haar sancties ten opzichte van Rusland verlengd voor een periode van zes maanden.

Moskou is integendeel veeleer een strategische concurrent geworden. 

De Russische investeringen in militaire capaciteiten dragen niet bij tot een stabiele Europese veiligheidsomgeving. In het bijzonder de no-flyzones Anti Access / Area Denial (A2/AD) in Kaliningrad en de Krim zijn zorgwekkend en stelen de veiligheidspositie van de bondgenoten weer op losse schroeven.

De schommelingen in de nucleaire politiek van Rusland en de herhaaldelijke en grootschalige onaangekondigde oefeningen voor het gebruik van de kernwapens creëren extra onzekerheid over de Russische intenties.

 

Belgische standpunt

België veroordeelt de schendingen van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Georgië en Oekraïne.

Wij erkennen evenmin de illegale en onrechtmatige annexatie van de Krim door Rusland.

België roept Rusland op om deze agressie te stoppen. Rusland moet ook stoppen met de separatisten in Oost-Oekraïne te steunen, zich gedragen volgens het internationale recht en zijn internationale verplichtingen nakomen.

BE steunt de algemene strategie van de NAVO, gebaseerd op een conventionele en niet-conventionele afschrikking, krachtig en zonder voorbehoud.

Voor België dient ook de economische context van Rusland in acht worden genomen.De Russische koers op langere termijn in principe onhoudbaar is op financieel en economisch vlak. Dit maakt Moskou kwetsbaar en onvoorspelbaar.

Voor ons land, blijft de basis van de politieke actie een tweeledige aanpak ten opzichte van de Russische Federatie, namelijk een geloofwaardige militaire afschrikking in combinatie met een politieke dialoog die kan leiden tot een detente.

Sommige bondgenoten, waaronder BE, erkennen het nut van een versterking van de transparantie en van de informatie met betrekking tot de verplaatsingen van de Russische troepen en de grote manoeuvres via een modernisering van een instrument zoals het Vienna Document betreffende vertrouwenwekkende maatregelen. 

In het zuiden maken conflicten en wijdverspreid terrorisme in de zone van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) vele slachtoffers. Deze volatiele en gewelddadige veiligheidssituatie vormt een voedingsbodem voor terroristische organisaties, waarvan sommige aanvallen tegen de landen van de EU en van de Alliantie uitvoeren. De moeilijke situatie in de MENA-zone is daarnaast ook verantwoordelijk voor illegale migratiegolven naar Europa.

 

B.     Het opvoeren van de afschrikking en versterken van de collectieve verdediging

Een andere doelstelling van deze top is de verbetering van de afschrikking en de verdediging tegen bedreigingen vanuit alle richtingen.  De strijdkrachten van de NAVO moeten worden versterkt, gemoderniseerd en gepositioneerd waar ze nodig zijn, onder meer in de drie Baltische Staten en in Polen.

Bovendien moet er een cyber defence pledge worden afgenomen die de cyberdefensie van de individuele Bondgenoten moet verbeteren.

Ook de verdediging tegen ballistische raketten wordt gestaag opgevoerd. Een andere bekommernis is de verbetering van de verdediging tegen hybride bedreigingen.

De afspraken van Wales inzake defensie-investeringen zullen uitgebreid worden besproken.

Bovendien wil de NAVO haar respons op de dreigingen en uitdagingen die van overal kunnen komen (“360°”) consolideren. In dit verband vormt Rusland de belangrijkste existentiële uitdaging voor de Alliantie. Er werden de laatste maanden aanbevelingen goedgekeurd voor een defense posture en een versterkte afschrikking. Dit betreft enhanced Forward Presence (eFP), de gevolgen van de Russische zones A2/AD, de implicaties van de Russische nucleaire strategie, resilience, civil preparedness, de naleving van de financiële engagementen, de werking van de geïntegreerde militaire structuur, etc.

In Warschau zou een initial operational capable Ballistic Missile Defence (BMD) moeten worden afgekondigd.

 

Belgische standpunt

- Defence Investment Pledge

Wat de Belgische deelname aan de NAVO-operaties betreft, blijft België een geëngageerde en geloofwaardige bondgenoot. Wij blijven deelnemen aan de NAVO-operaties (zoals de Resolute Support Mission in Afghanistan, en de bijdragen aan assurance en adaptation measures in de context van het Readiness Action Plan). België neemt met 6 F-16 deel aan de strijd tegen Daesh.  Voorts neemt BE regelmatig deel aan de permanente strijdkrachten van de NAVO (Standing NATO Maritime Group, NRF, VJTF,…). 

Ten slotte neemt België op Europees niveau ook deel aan operaties en missies van de Europese Unie (zo neemt BE in juli het bevel over “EUTM Mali”, de Europese missie voor de vorming van Malinese strijdkrachten). 

Onze bijdragen aan de operaties (de “output”) worden zeer gewaardeerd door de bondgenoten..

In haar strategische visie wil de regering op korte termijn onze defensie-inspanning stabiliseren (defensiebudget en pensioenen). Er wordt voorzien in een toename van onze defensie-inspanning tot het Europese gemiddelde, buiten de nucleaire machten, tegen 2030.

Op korte termijn zullen meerdere belangrijke investeringsdossiers worden gelanceerd.

Ook zal tijdens deze legislatuur 200 miljoen euro worden vrijgemaakt voor investeringen in materiaal.

Ballistic Missile defense

België draagt zijn budgettair aandeel van de gemeenschappelijke kosten van het programma. Voor de toekomst moet er meer aandacht gaan naar dit systeem dat meer en meer wordt beschouwd als het 3e element van het ontradings- en defensiebeleid van de Alliantie.

In het kader van de strategische visie 2030 voor de Belgische defensie zullen onze nieuwe fregatten in staat zijn exo-atmosferische ballistische raketten in te zetten en, in voorkomend geval, dus eveneens kunnen deelnemen aan een Ballistic Missile Defence-systeem.

- Readiness Action Plan

Het Readiness Action Plan (RAP), dat op de NAVO-top in Wales (2014) werd goedgekeurd, legt vandaag logischerwijze de nadruk op het Oosten.

 

Belgische standpunt

België stelt dit jaar een gevechtsgroep ter beschikking van de VJTF.

De Belgische defensie heeft de voorbije jaren al hulp verleend aan de regio van de Baltische staten.

Wij zullen de concrete gevolgen bestuderen van de beslissingen die werden genomen in Warschau met het oog op de gelijkwaardige verdeling van de lasten en inspanningen onder de 28 + 1 bondgenoten (Montenegro).

België begrijpt de wil van de betrokken landen om te beschikken over een meer permanente NAVO-aanwezigheid op hun grondgebied.

BE vertrekt van het principe dat Rusland op langere termijn niet over de middelen zal beschikken om zijn ambities waar te maken. BE begrijpt ook dat de huidige Russische leiding de Alliantie verplicht om vandaag geloofwaardige beschermingsmaatregelen te nemen voor de betrokken bondgenoten en hoofdzakelijk de Baltische staten.

Daarom schenkt België in dit kader bijzondere aandacht aan de sustainibilityfactor en aan de notie van kostenefficiëntie, waar BE traditioneel veel belang aan hecht.

We dringen erop aan dat de beslissingen de drempel van de NATO Russia Founding Act van 1997 naleven.

Voor zijn bijdrage aan de inspanningen inzake eFP, onderzoekt BE de opportuniteit van een samenwerking in het kader van de Benelux met Duitsland en Litouwen, waarmee BE verbintenissen heeft in het kader van het framework nations concept en van de operaties in Afghanistan.

 

- Cyber defence

De inzet van de cyber defence zal de resilience verbeteren door de kwaliteit van de nationale cybersecurity-capaciteiten te verhogen. Het terrein van de cybersecurity valt onder de militaire bescherming, maar heeft ook rechtstreekse gevolgen voor de civiele maatschappij.

 

Belgische standpunt

Ten opzichte van nieuwe dreigingen (cybersecurity; hybride oorlog) krijgt België de kans om meer dan ooit zijn pleidooi ten voordele van een echte strategische en praktische samenwerking tussen de NAVO en de EU te doen gelden.

Wij zijn bereid om bijkomende akkoorden te aanvaarden en ze te klasseren onder de noemer “pledge”.

België zal investeren in bijkomende cybercapaciteiten. Een verviervoudiging van het personeel van Defensie zal plaatsvinden in het cyberdomein.

 

- High end capabilities

Het huidige planningsproces van Defensie (NDPP) heeft een overzicht gegeven van de tekortkomingen in de inventaris van de NAVO-landen. De NAVO gaat pleiten voor meer high end capabilities.

 

Belgische standpunt

In dit kader heeft BE beslist om zijn huidige gevechtsvliegtuigen te moderniseren zodanig dat deze kunnen blijven bijdragen aan het hoogste niveau van de collectieve defensie van de NAVO. Daarnaast heeft de Belgische regering ook de intentie onderschreven om de huidige gevechtsvliegtuigen te vervangen in de periode 2023-2028.

De Belgische Defensie zal daarnaast een tweede speerpunt ontwikkelen voor de collectieve defensie van de NAVO via haar Marine. De toenemende A2/AD-dreiging die uitgaat van de stijging van het aantal en de kwaliteit van nieuwe onderzeeboten zal beantwoord worden door het versterken van de onderzeebootbestrijdingscapaciteiten van de Belgische fregatten.

Bovendien zullen de huidige fregathelikopters worden uitgerust met onderzeebootbestrijdingsmiddelen en de toekomstige fregatten zullen een eigen versterkte onderzeebootbestrijdingscapaciteit krijgen.

De huidige mijnenbestrijdingsschepen zullen vervangen worden door een moderne klasse en tot hun vervanging gemoderniseerd worden.

De Belgische Defensie zal de komende jaren sterk inzetten op Special Operations Forces (SOF) die een belangrijke bijdrage zullen kunnen leveren aan het tegengaan van hybride dreigingen in het Oosten (maar eveneens in het Zuiden). BE zal investeren in specifieke SOF-luchtmiddelen.

De huidige en toekomstige gemotoriseerde landstrijdkrachten kunnen worden ingezet in het kader van de Enhanced Forward Presence, zoals nu reeds gebeurt. Het is voor BE echter niet mogelijk om te investeren in gemechaniseerde landstrijdkrachten.

In haar strategische overwegingen heeft de regering expliciet gekozen voor het behoud van de bestaande gemotoriseerde grondtroepen en hun modernisering zodat zij de speerpunt kunnen blijven voor de Belgische inzet in het kader van de collectieve veiligheid.

De strategische visie voorziet in de volledige heruitrusting van deze gemotoriseerde grondtroepen, zowel op het vlak van de maneuverelementen als van de combat support en de combat service support.

De gemotoriseerde grondtroepen zullen ook inzetbaar zijn in het kader van snelle interventies tegen hybride dreigingen en op die manier de collectieve defensie in het kader van de NAVO ondersteunen. 

Ons land zal ook zijn bijdrage leveren om de tekortkomingen van de collectieve inventaris weg te werken.

 

- Civil preparedness

Zeker in het kader van het RAP of de eFP, is de toegang tot civiele middelen (onder meer het transport) onontbeerlijk in termen van militaire capaciteit. De civiele infrastructuur en de bevolking moeten dan ook worden voorbereid (civil preparedness) om in staat te zijn weerstand te bieden tegen externe invloeden of interventies.

 

Belgische standpunt

België is zich ervan bewust dat de respons op de nieuwe dreigingen een herziene en gereactiveerde interne samenwerking noodzakelijk maakt met een aantal civiele, federale en misschien zelfs regionale instanties (gevaarlijke materialen), met in de eerste plaats de crisiscel van de FOD Binnenlandse Zaken.

 

C.     Projectie van stabiliteit

Specifiek voor haar zuidflank denkt de NAVO een bijdrage aan de inspanningen van de internationale gemeenschap te kunnen leveren via het initiatief Defence and security related Capacity Building (DCB), partnerschappen en crisismanagement. 

NAVO is reeds actief in de zuidelijke periferie met DCB, waarmee de Alliantie sommige partners steunt om hun defensie en veiligheid uit te bouwen. Omdat de EU over bredere en geschiktere instrumenten beschikt, is samenwerking met de EU echter evident, en kan er ook met andere internationale organisaties (VN, OVSE) worden samengewerkt.

 

Belgische standpunt

Wat België betreft, heeft de NAVO een rol te spelen op haar zuidflank 1) indien zij een duidelijke toegevoegde waarde kan leveren op het vlak van veiligheid en defensie; 2) steeds in samenwerking met een (lokale, regionale of internationale) partner; 3) de acties moeten worden afgestemd met die van de EU. Hierbij spelen de principes van local ownership en de noodzaak om elke militaire actie in te schrijven in een politieke benadering een essentiële rol.

BE steunt een werkbaar DCB met partners en is bereid middelen in te zetten teneinde stabiliteit te projecteren naar de onmiddellijke Europese omgeving. 

België dringt erop aan dat de NAVO in staat moet zijn om te antwoorden op elke bedreiging, waar ze ook vandaan komt of wat ook de aard is, ook als de werkmethodes van de Alliantie daartoe moeten worden aangepast. Projecting stability-initiatieven kunnen zowel in het oosten als in het zuiden worden genomen, maar de actuele terroristische dreiging noopt ons ertoe eerst naar het zuiden te kijken. De EU is de meest aangewezen partner van de NAVO voor deze operaties.

In het kader van de strijd tegen ISIS zal de NAVO bijdragen door militaire steun, middels AWACS-vliegtuigen, te verlenen aan de internationale coalitie.

Met Irak zal het Bondgenootschap de lopende samenwerking verder uitbouwen en er activiteiten voor training en capacity building opzetten.

Met de EU wil de NAVO vooral in de Egeïsche Zee nauwer samenwerken om de effecten van de crisis in die regio te kunnen managen, zoals het afremmen van de illegale migratie.

 

D.    Terrorisme

Existentiële bedreigingen voor de veiligheid van het Bondgenootschap belangen volgens het Verdrag van Washington direct ook het Bondgenootschap aan. 

 

Belgische standpunt

BE draagt actief bij in het kader van de internationale coalitie voor de strijd tegen het terrorisme. Sinds begin juli nemen opnieuw zes Belgische F-16’s deel aan de strijd vanuit Jordanië.  Ook de operaties in Afghanistan kaderen nog steeds de facto in de strijd tegen terrorisme.

BE pleit voor een betere organisatie van de informatieverspreiding binnen de NAVO. BE heeft zijn volle steun verleend voor het creëren van de functie van assistent-secretaris-generaal op het vlak van inlichtingen.

 

E.     Andere thema’s

a.     Commissie Oekraïne-NAVO

De staatshoofden en regeringsleiders van de Alliantie zullen hun solidariteit betonen aan Kiev, dat actief betrokken moet blijven bij de werkzaamheden van de NAVO. Daarom bieden de Bondgenoten een globaal bijstandspakket aan Oekraïne aan met steunmaatregelen t.g.v. de Russische agressie. 

 

Belgische standpunt

België blijft bereid om Oekraïne in de mate van het mogelijke bij te staan en dringt erop aan dat de nodige hervormingen worden voortgezet (politieke controle op de defensie, strijd tegen corruptie etc.).

 

b.     Commissie Georgië-NAVO

In 2014 werd in Wales aan Georgië een substantial package toegekend. Georgië, bondgenoten en partnerlanden worden aangemoedigd om op de ingeslagen koers verder te gaan.

 

Belgische standpunt

In het kader van Defence Capacity Building (DCB)zal de Belgische defensie haar medewerking blijven verlenen aan de Georgische strijdkrachten.

 

c.      Open Door Policy van de NAVO

Montenegro is uitgenodigd om tot de NAVO toe te treden als 29e bondgenoot.  De toetreding van Montenegro betekent een belangrijk signaal voor andere kandidaat-lidstaten (en zeker Georgië): NAVO’s deur blijft open mits aan de nodige voorwaarden voldaan wordt.

 

d.     Samenwerking NAVO-EU

De samenwerking vormt een transversaal thema, dat tussenkomt bij de bespreking van de relatie met Rusland, de strijd tegen terrorisme in het Midden-Oosten en Noord-Afrika of Afghanistan.  De meeste Bondgenoten vinden de tijd gekomen om het stadium van Verklaringen te verlaten en over te gaan tot concrete samenwerking.

Daarom heeft de Alliantie een aantal domeinen gedefinieerd, waarin de noodzaak van visie onontbeerlijk is: strategische communicatie, cyber, hybride bedreigingen en maritieme veiligheid.  Ook gemeenschappelijke oefeningen om onze weerbaarheid te testen horen hierbij.

De uitstap van Groot-Brittannië uit de EU zal vele vragen doen rijzen, onder meer wat het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU betreft.

Vóór de top zullen de voorzitters Tusk en Juncker en SG Stoltenberg een verklaring goedkeuren om deze samenwerking te bekrachtigen en er een politiek elan aan te geven.

 

Belgische standpunt

België moet meer dan ooit trouw blijven aan het fundamentele principe dat zijn veiligheid en defensie zowel Europees als Atlantisch zijn  en blijft de samenwerking tussen de NAVO en de EU bevorderen en versterken. Deze samenwerking is en blijft een prioriteit voor ons buitenlands veiligheidsbeleid. België moet aandringen op de absolute noodzaak van een echte gemeenschappelijke strategische visie van de EU en de NAVO. België moet, waar en wanneer dat mogelijk is, praktische vormen van samenwerking en complementariteit bevorderen.

 

e.     Afghanistan

De staatshoofden en regeringsleiders zullen de wens uitdrukken dat het Bondgenootschap belet dat het land opnieuw een safe haven for terrorism zou worden, van waaruit aanvallen tegen bondgenoten kunnen worden gelanceerd.  De nieuwe president Ashraf Ghani heeft de bereidheid geuit om effectief samen te werken, wat een duidelijke kentering is t.o.v. zijn voorganger Karzai.

Resolute Support Mission (RSM) moet verder lopen tot de doelstellingen vervuld zijn, maar de toekomst van RSM hangt af van wat Washington ter zake denkt.

Er wordt in de internationale gemeenschap verwacht dat Afghanistan (zeker tot 2020) van de broodnodige financiële middelen zal moeten worden voorzien om er een redelijk stabiele veiligheidsomgeving te behouden. De nationale beslissingen moeten officieel bekendgemaakt worden. In oktober wordt een internationale donorconferentie georganiseerd in Brussel.

 

Belgische standpunt

Indien dit wordt gevraagd en uit solidariteit met de Bondgenoten is België bereid om de militaire aanwezigheid in Afghanistan op het huidige niveau te behouden na 2016, in nauw overleg en samenwerking met Duitsland, dat de operaties in het noorden van Afghanistan aanvoert.

BE zal zijn huidige engagement van $15M in het kader van het Enduring Partnership van de NAVO tot in 2017 voortzetten. BE is bereid een bijdrage te blijven leveren, weliswaar op een lager niveau dan 2015-2017. De financieringsmechanismen zijn essentieel.

Het is voor BE belangrijk dat het engagement van de internationale gemeenschap beantwoord wordt door een engagement van de Afghaanse autoriteiten (respect voor het recht, democratie, mensenrechten, strijd tegen corruptie, de positie van kinderen (UNSCR 1612), etc.).

 

F.     Conclusie

België blijft voorstander om zijn veiligheid en de verdediging van zijn bevolking en zijn grondgebied in een multilateraal kader te blijven vrijwaren.  Door de recente beslissingen van de Ministerraad in het kader van de strategische visie voor Defensie kan ons land zich tijdens de komende decennia nog profileren als een solidaire en geloofwaardige bondgenoot.

België zal daadwerkelijk zijn solidariteit tonen met de betrokken bondgenoten die zich zorgen maken over de druk van een onvoorspelbaar Russisch regime.

Als gastland van de belangrijkste civiele en militaire hoofdkwartieren van de NAVO heeft België de constructie verzekerd van de nieuwe NAVO-hoofdzetel in Evere, die begin 2017 aan de Alliantie zal worden afgeleverd.  België zal bij die gelegenheid de staatshoofden en regeringsleiders van het bondgenootschap uitnodigen om hun volgende topontmoeting in Brussel te houden.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is