Sinds 1 september 2020 vallen alle kinderen onder de leerplicht in het jaar dat ze vijf jaar worden. Uit verschillende onderzoeken en de hoorzittingen blijkt dat een verdere verlaging naar drie jaar noodzakelijk is om de kleuters die momenteel nog niet participeren aan het onderwijs toch mee in bad te krijgen. Het gaat over een kleine, maar kwetsbare groep leerlingen: 1,3 procent van de driejarigen en 1,2 procent van de vierjarigen zijn momenteel niet ingeschreven in een kleuterschool.

Minder afwezige kleuters

“De verlaging van de leerplicht van zes naar vijf jaar heeft ervoor gezorgd dat het aantal afwezige vijfjarigen op twee jaar tijd 0,6 procent gedaald is. Een leerplichtverlaging maakt voor die kinderen dus écht een verschil. Zeker als we weten dat een kind dat in de derde kleuterklas onvoldoende aanwezig was vier keer meer kans heeft om te blijven zitten”, zegt Karolien Grosemans, deelstaatsenator voor de N-VA en voorzitter van de commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement.

Cruciaal voor taalontwikkeling

“Het verlagen van de leerplicht is nog een van de weinige onderwijsmateries die nog door het federale parlement moet worden geregeld”, aldus Maaike De Vreese, deelstaatsenator. “Dat zien we uiteraard liever zo snel mogelijk richting de deelstaten gaan. Met de N-VA willen we de verlaging van de leerplicht van 5 naar 3 jaar stapsgewijs invoeren. Een leerplichtverlaging maakt voor kinderen een écht verschil. De kleuterklas is cruciaal voor taalontwikkeling. Voorschoolse geletterdheid en rekenvaardigheden zijn van goudwaarde. Voornamelijk kinderen met een lage sociaaleconomische status en kinderen die een andere thuistaal spreken, blijven vaker afwezig van kleuteronderwijs. Ook deze kinderen moeten met gelijke kansen aan het basisonderwijs kunnen starten. Als kleuter al naar school gaan is belangrijk om op te klimmen op de sociale ladder.”